Premier Balkenende heeft bij de ontvangst van het boek Geleerd & Gelovig op het eerste Veritas-forum in Leiden verstandige woorden gesproken over de verhouding tussen geloof en wetenschap. Zijn statement dat geloof en wetenschap dichter bij elkaar liggen dan vaak gedacht wordt omdat beiden zoeken naar waarheid, staat als een huis.
Herman Philipse reageert hierop met twee punten: 1. Hij pruttelt wat over Dekker als inspirator van CDA-ministers. Dat is zo incorrect en irrelevant dat het geen repliek behoeft. 2. Hij meent dat de mening van Balkenende zowel misleidend als gevaarlijk is. Ze zou misleidend zijn, omdat de wetenschap over betrouwbare onderzoeksmethoden beschikt in tegenstelling tot de godsdienst. Philipse heeft gelijk dat godsdiensten een beroep doen op openbaringen en dat deze elkaar soms tegenspreken. Maar wat volgt hieruit? In ieder geval niet dat alle openbaringen onbetrouwbaar zijn. Als politici elkaar tegenspreken, volgt daar ook niet uit dat ze geen van allen gelijk hebben.
Kan de wetenschap openbaringen wegverklaren? Hoe zou de wetenschap bijvoorbeeld kunnen aantonen dat de bijbelschrijvers niet werkelijk door God geïnspireerd werden toen ze de bijbeltekst opschreven? Dit lijkt alleen mogelijk vanuit een a priori dat elke vermeende religieuze kenbron onbetrouwbaar is, maar dat is nu juist wat bewezen zou moeten worden. En als het zo evident was als Philipse suggereert, zouden er geen christelijke psychologen en neurologen zijn. De praktijk wijst echter het tegendeel uit.
Philipse stelt: ‘in ons wetenschappelijke tijdperk is religieus geloof ongeloofwaardig geworden’. Dit is een opmerkelijke claim die niet erg serieus te nemen valt. In geen geval heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat centrale christelijke geloofswaarheden onjuist zijn. Het is zelfs niet eens duidelijk hoe wetenschappelijk onderzoek dat zou kunnen doen.
De opvatting van de premier is volgens Philipse niet alleen misleidend maar zelfs ‘gevaarlijk’ omdat het religieuze overtuigingen te serieus zou nemen en wetenschappelijke resultaten te weinig. Professor Philipse ziet hier spoken die niet bestaan. Gelovigen kunnen heel goed onderscheid maken tussen wetenschappelijke bevindingen en geloofsovertuigingen. In het verleden zijn weliswaar fouten gemaakt op dit punt. Zulke fouten zijn echter niet voorbehouden aan religieuze groeperingen. De geschiedenis van de twintigste eeuw heeft laten zien dat juist seculiere staten die alle vormen van religie afzwoeren levensbeschouwelijke en wetenschappelijke resultaten maar al te gemakkelijk vermengden, met afschrikwekkende gevolgen.
Wetenschap en godsdienst zoeken allebei naar waarheid, naar kennis over hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Goede wetenschap en eerlijke godsdienst zijn ondogmatisch: ze staan open voor weerlegging, maar zullen die niet zonder slag of stoot aanvaarden. Dat beide uitstekend samengaan wordt hoe langer hoe duidelijker. Wetenschapshistorici hebben de these van een conflict tussen geloof en wetenschap dan ook al lang laten varen. In de afgelopen week verweet wetenschapshistoricus prof. Bert Theunissen Philipse dat hij dit welbekende feit systematisch veronachtzaamt.
Resumerend, wat de premier gezegd heeft, is misleidend noch gevaarlijk. Wat hij constateert is niet minder dan een sober feit.
(Bron: Cees Dekker & Rik Peels in NRC Handelsblad, 13 december 2008)
Laatste reacties