(Bas Haring in de Leidense universiteitskrant MARE). Museum Naturalis heeft al enige tijd een nette tentoonstelling over genen – en over de manipulatie daarvan. Goed verzorgd, met consistente plastic bordjes en een illustratieve metersgrote DNA-wokkel. Er staat ook een potje met een dot pure DNA. Ik wist niet DNA op katoen lijkt. Een eindje verderop zie je een plaatje van een salamandercel. Tjokvol DNA. Dat wist ik ook niet; dat salamandercellen volgepropt zijn met DNA. Een uitleg staat op het begeleidende bordje: het overschot aan DNA in salamanders is zogenaamd “junk-DNA”. Het bordje legt niet precies uit wat junk-DNA is, maar het bordje zegt er wel wat over. En wel het volgende: “Het is niet precies bekend wat de functie van junk-DNA is”.
De functie van junk-DNA. Ik kan me voorstellen dat je je afvraagt wat die is. Zou het junk-DNA misschien de salamander helpen te overleven in het water? Of zou een salamander soms zo ingewikkeld in elkaar zitten dat je veel meer DNA nodig hebt om een salamander te beschrijven, dan een olifant, een giraffe, of een mens – die stuk voor stuk met minder uit de voeten kunnen?
Nee! Junk-DNA heeft helemaal geen functie – of in ieder geval niet meer dan een zeer marginale. Junk-DNA bestaat uit losse stukjes DNA die stuk voor stuk een eenvoudige boodschap coderen. En de boodschap luidt: “kopieer mij zo vaak mogelijk”. En dat gebeurt dus ook. Junk-DNA zorgt ervoor dat ‘t van generatie op generatie zo veel mogelijk gekopieerd wordt. Vandaar dan ook dat salamanders er tjokvol mee zitten. Ooit was er een salamander met een enkel stukje junk-DNA en het hek was van de dam.
Junk-DNA heeft helemaal geen functie, het doet helemaal niks, behalve ervoor zorgen dat er straks nog meer van is. Dat is een interessant concept: iets waarvan er veel van is, niet zozeer vanwege het nut dat het heeft, maar vanwege het feit dat het zichzelf kan kopiĆ«ren. Zouden er nog meer van zulk soort dingen bestaan? Dingen zonder toegevoegde waarde, maar met als primaire kwaliteit een soort van “auto-marketing-vermogen”.
Wat dacht je van religie? Ik weet niet zoveel van religie, maar het valt me op dat het christendom bijvoorbeeld erg goed is in het zichzelf verspreiden en kopiĆ«ren. Daar heeft het christendom twee mechanismen voor. In de eerste plaats evangelisatie – een ingebakken onderdeel van het christendom. Evangelisatie is niets meer dan de boodschap: “kopieer deze boodschap”. Net junk-DNA, of een soort van kettingbrief.
De tweede manier van het christendom om zichzelf te verspreiden is door het promoten van kinderen. Als je m’n opa en de boeken van Maarten ‘t Hart moet geloven dan is het nog maar kort geleden of de pastoor of dominee kwam eens per jaar langs om te vertellen dat er nog zo’n koter moest komen. Het deed weinig ter zake of het gezin in kwestie behoefte had aan zo’n kind, en vermoedelijk deed de dominee – of pastoor – ook alleen maar wat hem was opgedragen. Maar het feit is dat het krijgen van een maximaal aantal kinderen ingebakken lijkt te zijn in de christelijke religie – nogmaals; mijn bronnen zijn Maarten ‘t Hart en m’n opa. Natuurlijk waren dat niet zo maar kinderen die je moest krijgen. Nee, het moesten christelijke kinderen zijn – gedoopt of anderszins ingewijd in de religie.
En zoals salamandercellen tjokvol zitten met junk-DNA, zit de wereld tegenwoordig tjokvol christenen – er zijn er meer dan een miljard. De vraag is hoe dat komt. Komt dat door de inhoud van de christelijke boodschap? Of is het “succes” van het christendom te danken aan haar vermogen zichzelf te vermenigvuldigen. Ik weet ‘t niet. Maar het zou het laatste kunnen zijn. In dat geval is het christelijke gedachtegoed net junk-DNA.
Laatste reacties